Categorie: "Oorlog"

Steven Spielberg: ‘Ik zou naar Vietnam zijn gegaan.’

Een beetje raar bericht vandaag. Steven Spielberg geeft aan dat als hij echt had gemoeten, hij naar Vietnam zou zijn gegaan. Aan het eind van de jaren zestig studeerde hij aan de Filmacademie in California en toen deed hij toch echt zijn best om vooral niet naar die Aziatische hel te hoeven, vertelt hij in de Rolling Stone. ''I was sweating out the draft lottery. I had a high number. I was lucky. My immediate political activity was based on self-preservation. I had a draft counsellor. I legally did what I could to not go. But if I had to go, I would have gone. That's the truth,'' vertelt hij zo'n 35 jaar later. Vanavond is een van zijn meest succesvolle films over een andere oorlog te zien, Schindler's List (1993).

Hamburger Hill is de waanzin ten top.

Een van de keerpunten in de Vietnam-oorlog was de slag om Hill 937. Op zich waren de verliezen niet zo heel groot op Hamburger Hill, zoals de heuvel later genoemd zou worden, een paar honderd soldaten, maar dit was het punt waarop de publieke opinie in Amerika over de oorlog in Vietnam definitief omsloeg. In het Congres werden vragen gesteld, het tijdschrift Time publiceerde foto's van de omgekomen soldaten en de zin van de Vietnam-oorlog kwam ter sprake. In 1987 is er een film over deze veldslag gemaakt. Hamburger Hill is zeker de moeite waard, maar werd aan het eind van de jaren tachtig ondergesneeuw door Vietnamfilms als Full Metal Jacket, Platoon en Good Morning Vietnam.

Nederland speelt eindelijk een hoofdrol A Bridge Too Far.

De keren dat het Nederlandse landschap het decor is van een film zijn op één hand te tellen. Ocean's Twelve speelde zich voor een gedeelte in Amsterdam af, net zoals een James Bond-film. In A Bridge Too Far (1977)  is ons kleine landje het middelpunt van een gevecht tussen Duitsers en geallieerden tijdens WOII.  Voor mij doet deze film meer jaren zestig dan zeventig aan.

Indiaanse Windtalkers houden zelfs van Amerika.

Pattriotisme is een woord dat hand in hand gaat met Amerikaanse oorlogsfilms. Waarom wordt de Amerikaanse heldenrol toch elke keer zo door je strot geduwd? Ik kan me niet voorstellen dat Amerikanen nou zitten te wachten op elke keer dezelfde wapperende Amerikaanse vlag, de zinsnede ´voor mijn vaderland´en stompzinnige tegenstanders. Sinds Irak weten we allemaal wel beter. Toch blijven dit soort films de bioscopen ingesmeten worden, Pearl Harbour, We Were Soldiers en later ook Windtalkers (2002), het absolute dieptepunt in deze trieste reeks.

Grote namen tijdens WOII in The Guns of Navarone.

Het begin van de jaren zestig was een goede tijd voor oorlogsfilms. Iedereen kon zich de Tweede Wereldoorlog nog goed herinneren, maar het grootste emotionele leed was al verdrongen. Amerikaanse studio's waren dan ook bereid om veel geld uit te geven aan WOII-avonturen. In 1962 werd The Longest Day uitgebracht, een jaar later The Great Escape. Vanavond wordt een andere grote oorlogsfilm uit 1961 uitgezonden, The Guns of Navarone.

Duurt toch verrekte lang, zo’n Longest Day.

De natte droom van George W. Bush is dat de hele wereld Engels zou spreken, het liefst nog met zo'n zuidelijk Redneck-accent. Een gedeelte van die droom komt regelmatig uit wanneer George met een bak chips en een Budweiser op de bank een oorlogsfilm zit te kijken. Want zoals bekend spreekt iedereen ineens Engels, vaak wel met een accent, maar het begin is gemaakt. Een Duitser? Ja, die spreekt Engels natuurlijk. Een Fransman? Da's duidelijk, daar spreken ze Engels. Er lijkt de laatste tijd een kleine kentering te zien in deze trend, maar de eerste oorlogsfilm die voor authenticiteit koos was The Longest Day (1962). Daar neem ik mijn petje voor af.

Boeiend gebabbel met Kevin Costner in Thirteen Days.

Kijken naar Thirteen Days is een Discovery Channel ervaring. De film geeft je in een kleine tweeëneenhalf uur een samenvatting van de Cubacrisis. En dat is zeer nuttig, want ik ben zelf van de leeftijd dat ik deze padstelling tussen Cuba, Rusland en the US of A niet heb meegemaakt, terwijl ik er wel van gehoord heb. De spanning over een nucleaire oorlog was in die tijd duidelijk te snijden!

WOII door een rose bril in La Vita è Bella.

Films over de Tweede Wereldoorlog zijn veelal hetzelfde. Een hoop leed en verdriet, en hoewel ik er niet bij ben geweest, denk ik dat dat wel een realistische weergave is van die vervelende tijd. Toch is het wel lekker om eens een ander geluid te zien. La Vita è Bella bracht dat in 1997. De film won 3 Oscars en de wereld lag aan de voeten van Roberto Benigni.

De diepte in met de U-571.

Met duikboten heb ik niets, ook nooit gehad, laat staan met Duitse duikboten. Films over duikboten kunnen me dan ook matig interesseren. Das Boot was spannend, beklemmend en vernieuwend, maar goed, daar krijg ik geen brood mee op de plank. Dan komt er in 2000 opeens nog een duikbootfilm uit, met Jon Bon Jovi nog wel. En als ik ergens helemaal niet op zit te wachten dan is het wel Bon Jovi in een onderzeeër.

Oorlog op zijn slechtst in Platoon.

Platoon (1986) is een fictieve Vietnam-oorlogsfilms met een non-fictie randje. Regisseur Oliver Stone is namelijk zelf als soldaat in Vietnam geweest en dat maakt het aannemelijk dat een veel van zijn ervaringen in deze film verwerkt zijn. Voor de kijker maakt dat het zien van Platoon extra intens. Er is iemand die deze hel echt heeft meegemaakt. Want de klassieker Platoon schets niets minder dan een hel op aarde waar de  Amerikaanse soldaten proberen te overleven.