Categorie: "Filmhuis"

Een Bosniër en een Serviër samen. Klinkt gezellig!

Een oorlog is iets onvoorstelbaars voor mensen die alleen maar vrede hebben gekend, zoals ik. De verzengende pijn als je moeder uit je handen wordt gerukt door soldaten van de vijandige partij. De constante angst waarin je leeft: ‘zal die H-bom jouw huisje deze keer wel weten te vinden.’ Het tekort aan alles water, eten, kleding, maar vooral liefde, die met de grote L. Films weten vaak op realistische wijze de vinger op de juiste plek te leggen. No Man’s Land (2001) laat ons zien dat zelfs in de meest smerige oorlog vriendschappen voor het leven ontstaan.

Smoke is simpel, maar geniaal.

Titanic kostte 200 miljoen dollar om te maken. Troy werd voor een fijne 175 miljoen geproduceerd. En King Kong wordt de duurste film aller tijden genoemd, met een budget van 207 miljoen dollars. Veel geld voor een boot, een stad en een aap. Maar geld creëert macht. En macht geeft recht op succes. En macht erotiseert, maar dat geheel terzijde. Wat ik maar wil zeggen is dat de hierboven beschreven oorzaak-gevolg relatie op onwaarheden berust. Sterker, nog het is een grote kapitalistische leugen, dat heeft meneer Jong-il zelf gezegd. Het bewijs is Smoke (1995). Met een budget van 7 miljoen dollar blaast deze film alle hierboven genoemde films de bioscoop uit.

Zwijgen als een Koreaanse monnik.

Het vervelende aan films die op de Duitser worden uitgezonden is dat ze Duits spreken. Nog vervelender is het als je Robert DeNiro in Taxi Driver hoort zeggen ‘Kuchst du mich an?’ Daarom ben ik zo blij, en met mij vele landgenoten, dat er vanavond een niet-Duitse film op de ARD wordt uitgezonden waarin bijna niet wordt gesproken. En daarbij komt ook nog eens dat de film zelf best te pruimen is. Wat zeg ik, het is een toppertje!

Ostalgische gevoelens.

Aan het begin van het nieuwe millennium keken onze Oosterburen nog even terug naar een roerige eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland in twee delen verdeeld, iets wat pas in 1989 teniet werd gedaan met de Val van de Muur. De Oost-Duitsers waren dolblij, eindelijk kon het communisme de rug worden toegekeerd en mee worden gegaan in de stroom van het kapitalisme. Zo'n tien jaar later is dat euforische gevoel vervangen door een nostalgisch gevoel naar het verleden, een tijd waarin alles nog duidelijk was. Er was maar één soort wasmiddel, één merk augurken en vooral er was werk. De film Good Bye, Lenin! (2003) speelt op komische wijze in op dat gevoel van 'ostalgie'.